Wat is Een Cursus in Wonderen?
door Robert Perry
Heb je wel eens meegemaakt dat iemand je deze vraag stelde en je jij vervolgens met een mond vol tanden stond? Ik in ieder geval zeker. In feite is dat de reden waarom ik jaren geleden het boekje ‘Inleiding tot Een Cursus in Wonderen’ schreef. Ik vond het buitengewoon moeilijk anderen uit te leggen wat de Cursus is. Het leek me gemakkelijker hun een boekje te overhandigen.
Waarom is het zo moeilijk deze vraag te beantwoorden? Ik denk dat ik er eindelijk achter gekomen ben waarom dat zo is. Wanneer je namelijk vraagt wat iets is, verwacht je een antwoord binnen een bekende categorie. Laten we er bijvoorbeeld eens vanuit gaan dat je geen idee hebt wat Jaïnisme is. Op jouw vraag wordt je vervolgens vertelt: ‘Het is een religie’. Dat helpt omdat religie een categorie is die je reeds in je geest gevormd hebt. Ergens in je geest is er een map met het etiket ‘religie’ waarin zich alle eigenschappen bevinden die jij met religie verbindt. Nu pas je deze voor jou vertrouwde categorie toe op dit nieuwe onbekende begrip dat Jaïnisme heet. Je denkt: ‘Oh, nu begrijp ik het. Jaïnisme is blijkbaar een traditie die vermoedelijk in God gelooft of een ander ultiem spiritueel beginsel. Ze heeft hoogstwaarschijnlijk heilige geschriften en vormen van godsdienstoefening, wellicht met kerken of heiligdommen, en kent misschien wel een vorm van priesterschap’ etc.
Hierin ligt het probleem bij de beantwoording van de vraag: ‘Wat is Een Cursus in Wonderen?’ Het is buitengewoon moeilijk om een categorie te vinden waar hij in past. Tijdens het schrijven van dit artikel stuitte ik toevallig op een interview waarin Richard Smoley, voormalig redacteur van het tijdschrift Gnosis, met dezelfde vraag worstelde. Hij vroeg zich daarin af wat de Cursus wel is: een vorm van Vedanta, esoterisch Christendom, New Age of Gnostisch? De reden waarom deze vraag zo moeilijk te beantwoorden is ligt volgens mij daaraan dat de Cursus binnen geen enkele categorie past. Er bestaat niets waar je hem mee vergelijken kunt. En dus hebben we geen bestaande mentale map waar we hem in kunnen opslaan.
In plaats van in één hokje te passen is het is eerder zo dat de Cursus in een heleboel categorieën valt. En dit zijn over het algemeen categorieën die in onze wereld gewoonweg niet samengaan. Als je Een Cursus in Wonderen bijvoorbeeld als een educatieve cursus karakteriseert, dan zou niemand vermoeden dat hij blijkbaar ook een geïnspireerd heilig geschrift is. In onze wereld gaan deze twee categorieën nooit samen. Door in beide categoriën te vallen heeft de Cursus de grenzen rondom en tussen beide vervaagt. En dat doet hij meer dan eens. De Cursus maakt deel uit van een categorie maar overstijgt deze dan. Vervolgens verbindt hij deze met zaken die als verschillend worden gezien en laat zo de grenzen er omheen vervagen.
Dit spreekt boekdelen over wat de Cursus is en waar hij vandaan kwam. Ik zal dit later toelichten. Nu wil ik de negen categorieën voorleggen die ik noodzakelijk vindt om de Cursus te karakteriseren. Dit is mijn antwoord op de vraag: ‘Wat is Een Cursus in Wonderen?’
1. Een doorgegeven spirituele leer
Dit is waarschijnlijk de voornaamste categorie waar de Cursus in geplaatst wordt. Men beschouwt hem als een verzameling van spirituele leringen, kennelijk afkomstig van een niet-fysiek wezen en gechanneld via een levende persoon. Dit is grotendeels de reden waarom de Cursus zo populair is. Men is gefascineerd door de mogelijkheid van wijsheid afkomstig van een hogere orde. Maar deze zelfde categorie is tegelijkertijd de reden waarom de Cursus binnen de meer gerespecteerde kringen zo goed als genegeerd wordt. Serieuze academische belangstelling (van psychologen, filosofen of theologen) voor een doorgegeven spirituele leer staat praktisch gelijk aan serieuze academische belangstelling voor de verhalen in de Privé.
Maar de Cursus past in deze categorie. Hij is een doorgegeven spirituele leer. Hoewel we graag zeggen dat hij door Helen Schucman werd ‘opgetekend’, is het net zo correct om te zeggen dat hij via haar gechanneld werd. Helaas zegt deze categorie ons nochtans niet veel over de Cursus. Ze zegt niet waar de Cursus over gaat, bijvoorbeeld wat hij ons onderwijst. In plaats van ons duidelijkheid te verschaffen op dit gebied, kan deze categorie ons gemakkelijk misleiden. ‘Gechannelde spirituele leringen’ doen bijna automatisch denken aan de New Age en figuren zoals Ramtha en Lazarus. Toch behoort het onderricht van de Cursus niet geclassificeerd te worden als New Age. Hoewel hij met de New Age raakvlakken heeft, gaat het tevens rechtstreeks in tegen een heleboel fundamentele opvattingen van de New Age.
2. Een moderne educatieve cursus
De Cursus volgt duidelijk het patroon van een moderne educatieve cursus. Hij noemt zichzelf een ‘cursus’. Hij heeft een Tekstboek dat bedoeld is om bestudeerd te worden, een Werkboek met praktische oefeningen en een Handboek voor Leraren, bedoeld voor gevorderde studenten die op de een of andere manier deze Cursus zullen onderwijzen aan hun eigen ‘leerlingen’. Hij leidt zijn studenten door een reeks lessen (die hij in z’n geheel een curriculum noemt) en gebruikt verschillende ‘leermiddelen’ opdat ze hun ‘leerhandicaps’ overwinnen. Het uiteindelijke doel is dat de student een specifiek geheel van ideeën – een denksysteem – leert en dit aan anderen onderwijst. Tenslotte kwam de Cursus, net als iedere educatieve cursus, door twee beroepsmatige leraren tot stand.
Een Cursus in Wonderen is echter niet, ook niet met de beste wil van de wereld, met enig andere moderne educatieve cursus te vergelijken. Hoeveel educatieve cursussen zijn tevens doorgegeven spirituele leringen? Het Tekstboek van de Cursus valt niet met enig ander bestaand tekstboek te vergelijken omdat het zowel een heilig geschrift (zoals we straks zullen zien) als een kunstwerk is. De Werkboeklessen doen betekent spirituele beoefening die veel wegheeft van wat men in het Oosten zou doen. En hoewel het onderwijzen van de Cursus vaak neerkomt op het onderwijzen van intellectuele concepten, betekent dit vooral een levend voorbeeld van liefde en vergeving te zijn. De Cursus bekritiseert daarom het traditionele onderwijs en zegt dat dit de geest louter ‘duizenden en nog eens duizenden vreemde namen’ (WdI.184.5:2) aanleert, namen die de werkelijkheid eerder opdelen dan haar onderliggende eenheid onthullen. De Cursus daarentegen wil onze geest op het diepste niveau heropvoeden en ons bewustzijn van de al-eenheid laten herontwaken. Wat we er van ‘leren’ is een nieuwe lens waardoor we de wereld zien. Door onze waarneming te transfomeren verandert deze lens ook onze fundamenteel ervaringsgerichte staat van zijn. Hoeveel educatieve cursussen willen ons bevrijden uit de slavernij van de menselijke staat van zijn?
3. Een openbare boodschap van Jezus
We kunnen uiteraard nooit bewijzen dat de Cursus daadwerkelijk door Jezus geschreven werd. Maar zo karakteriseert de Cursus zichzelf. Dit is een categorie waarin de Cursus zichzelf plaatst. De auteur van de Cursus schrijft consequent vanuit het perspectief dat hij degene is die in de geschiedenis als Jezus bekend staat. Hij verwijst naar zijn geboorte, zijn leringen, zijn wonderen, zijn Apostelen, zijn ervaring in de Hof van Gethsemane, zijn kruisiging, zijn opstanding en de manier waarop de geschiedenis hem bekeken heeft.
Ik zeg ‘openbare boodschap’ omdat het materiaal duidelijk bedoeld was voor meer mensen dan zij die het aanvankelijk opgeschreven hebben. Het was bedoeld voor toekomstige studenten die de auteur af en toe aanspreekt als een groep: ‘Mijn broeders in de verlossing, laat niet na mijn stem te horen en naar mijn woorden te luisteren’. (T31.VIII.8:1) ‘Mijn broeders, verbind je vandaag hierin met mij.’ (WdII.264.2:1)
Aangezien er tegenwoordig zoveel gechannelde boeken te vinden zijn die beweren van Jezus afkomstig te zijn, lijkt deze categorie misschien op een herhaling van de eerste (‘een doorgegeven spirituele leer’). Ik wil in deze categorie de Cursus echter niet plaatsen naast andere gechannelde boodschappen die beweren van Jezus afkomstig zijn, maar ik wil de Cursus een plek geven naast de onderwijstaak van Jezus 2000 jaar geleden. In tegenstelling tot al het andere dat ik heb gezien, verdient de Cursus het volgens mij volledig om met Jezus’ oorspronkelijke onderwijstaak vergeleken te worden.
Zoals ik in 1990 al in ‘De oudere broeder’ stelde, komen de auteur van de Cursus en de historische Jezus (zoals de moderne wetenschap onthult) als verbazingwekkend op elkaar lijkende figuren naar voren. Hun overeenkomsten zijn in mijn ogen frappant. Hier volgt een korte beschrijving (die grotendeels ontleend is aan de beschrijving van de historische Jezus door de geleerde Marc Borg): in plaats van de aandacht op zichzelf en hun rol te richten zijn beide figuren (de historische Jezus en de auteur van de Cursus) voornamelijk leraren, leraren van een pad van transformatie. Allebei spreken ze van twee tegengestelde manieren van zijn. Aan de ene kant heb je dat we we een normaal leven noemen. Dit draait om ons angstige, inhalige zelf en zijn verlangen om speciaal, welgesteld, ‘geliefd’ en veilig te zijn. De andere manier van zijn is op God gericht. Het is de weg die naar God leidt Die niet als een bestraffer van zonde gezien wordt maar als een Vader van ruimhartige vrijgevigheid en zorg. Het concept van vergeving is de kern van deze weg naar God. Zoals God ons vrijelijk onze zonden vergeeft, zo behoren ook wij vrijelijk de zonden van anderen te vergeven. Dit wordt de basis voor een nieuwe manier om met elkaar om te gaan.
Beide leraren gaan aan religieuze leiders en maatschappelijke gezaghebbers voorbij en richten zich rechtstreeks tot de gewone mens. Terwijl we volledig door het wereldse in beslag worden genomen, proberen zij ons te bereiken en ons naar het goddelijke te leiden. Ze doen dit door gebruik te maken van ons vertrouwde vormen (verbale, sociale en religieuze) maar voorzien deze vormen van een radicaal nieuwe inhoud. Beiden zijn ze creatieve meesters van het woord en gebruiken ze de taal om een transformatie in onze waarneming te bewerkstelligen, om ons tot een nieuwe manier van zien te bewegen. Beiden nemen ze routineus universele menselijke veronderstellingen en zetten deze volledig op hun kop. Met behulp van deze middelen streven ze er naar een totale innerlijke ommekeer in ons teweeg te brengen die ver voorbij gaat aan wat we ooit hadden durven dromen. In tegenstelling tot een nieuwe gedragscode is het deze innerlijke omslag die het doel is van de weg die ze onderwijzen. Als we deze ommekeer eenmaal ervaren, sturen beiden ons er op uit om als leraren en heelmeesters deze nieuwe weg ook aan anderen door te geven.
Zoals ik al zei kunnen we de bewering van de Cursus dat hij van Jezus van Nazareth afkomstig is nooit beslissend verifiëren. Maar de overeenkomsten zijn zo indrukwekkend dat ze deze bewering binnen het bereik van het mogelijke brengen. Ze zorgen ervoor dat dit een serieuze overweging verdient. Voor mijzelf is ‘een openbare boodschap van Jezus’ misschien wel de belangrijkste categorie van waaruit ik de Cursus bekijk.
4. Een psychologisch systeem, zowel theoretisch alsook therapeutisch
Een van de meest zichtbare kenmerken van de Cursus is zijn psychologische aard. Hij staat vol psychologische begrippen zoals: projectie, dissociatie, waanvoorstelling, dromen, hallucinatie, ontkenning, verdedigingen, waanzin, ego, fantasie, schuld en waarneming. Dit zijn niet zomaar rondgestrooide begrippen, maar maken deel uit van een omvangrijk en samenhangend psychologisch systeem. Wat we ook van dit systeem mogen vinden, we moeten toegeven dat het briljant is. Met veel inzicht verklaart het onze alledaagse mentale processen zoals denken, wil, geloof, emotie en waarneming. Het verklaart deze processen echter in het licht van een verborgen, onbewuste dynamiek en uiteindelijk binnen het fundamentele gegeven dat onze geest zich in God bevindt. Deze psychologie overbrugt daarmee de afstand tussen de geest op aarde en de geest in de Hemel. Ze stelt dat onze fundamentele kwaal niet in trauma’s uit de kindertijd geworteld is, maar in de oorspronkelijke dissociatie van God. Ze stelt verder dat we een psychotische breuk met God ervaren hebben, niet met de gewone werkelijkheid, maar met de transcendente werkelijkheid. Bijgevolg hebben we ons in een waantoestand teruggetrokken en hallucineren een wrede wereld die van God afgescheiden is en die er in wezen helemaal niet is.
Dit systeem is niet alleen van theoretische aard, het werkt ook therapeutisch. Zoals de Cursus zo vaak zegt is het zijn doel om onze geestelijke gezondheid te herstellen. De theorie dient daarom alleen ter ondersteuning voor het praktische programma van de Cursus om de geest te helen. Om dat te bereiken biedt de Cursus honderden mentale oefeningen ter heling van een geest die door het verleden getekend is en onder schuld gebukt gaat. De Cursus stelt ook voor dat zijn gevorderde studenten geestelijke heelmeesters worden die in de geest van hun patiënten wonderen teweeg kunnen brengen.
Het psychologische karakter van de Cursus zou ons niet mogen verrassen. Hij ontstond daar waar de meeste psychogische theorieën hun oorsprong vinden – aan een universiteit, vakgroep psychologie. En juist hier verlaat hij tevens de weg van de moderne psychologie. Hij werd namelijk niet geschreven door twee academische psychologen, maar door een innerlijke stem aan hen gedicteerd. En deze innerlijke stem bekritiseerde fel de moderne psychologie en zei dat het geen studie van de geest is (de betekenis van het woord ‘psychologie’) maar een studie van het ego, en dat de illusoire aard van het ego juist versterkt wordt door het te bestuderen en dat het ego in feite de leraar van deze gehele onderneming is (zie T14.X.8:4-9).
5. Een geïnspireerd heilig geschrift in de traditie van de Bijbel
We zijn allen bekend met het concept van een geïnspireerd heilig geschrift. Het is een boek dat via een speciaal verkozen menselijke boodschapper (of boodschappers) door goddelijke inspiratie geopenbaard wordt. Dit boek wordt als een mededeling van de goddelijke Wil beschouwd en krijgt daardoor voor zijn volgelingen verheven gezag en vormt de grondslag voor hun groeiende spirituele leven.
Een boek moet dus aan twee criteria voldoen om een geïnspireerd heilig geschrift te worden: een verhaal omtrent zijn bovennatuurlijke oorsprong en mensen die het als het gezaghebbende fundament van hun spirituele leven accepteren. Een Cursus in Wonderen heeft duidelijk beide.
Ik geloof dat de Cursus niet alleen een soort heilig geschrift is, maar dat hij zichzelf ook als een nieuwe Bijbel lijkt te beschouwen. Hij ziet zichzelf duidelijk in het verlengde of in de traditie van de Bijbel. Zoals Allen Watson in zijn boekje Seeing the Bible Differently aangeeft verwijst de Cursus regelmatig naar de Bijbel (hij bevat meer dan 800 zinspelingen op bijbelse passages), gebruikt begrippen en symbolen vanuit de bijbelse traditie (volgens mijn telling zo’n 36 keer) en heeft dezelfde hoofdfiguur (Jezus). Net als de Bijbel schetst de Cursus het verhaal over onze gezamenlijke reis, van ons begin waarin we in harmonie met God waren, tot onze val of afscheiding van Hem, tot het verlossingsproces onder leiding van de Heilige Geest, tot het einde van de wereld en de hereniging met God. En net zoals de Bijbel van oudsher gezien wordt als afkomstig van de Heilige Geest, zo beschouwt de Cursus zich eveneens als door Hem geïnspireerd (zie de toespelingen in de Werkboekherhalingen III-VI) .
De Cursus schrijft zichzelf echter een hogere autoriteit toe dan de Bijbel. Hij verleent zichzelf het gezag om bijbelpassages te corrigeren, het gezag om te uit te maken wat bepaalde regels ‘werkelijk’ betekenen (een betekenis die de bijbelschrijvers vaak helemaal niet beoogden) en, het meest belangrijk van allemaal, het gezag om een nieuw spiritueel pad of weg te stichten. Kortom, de Cursus ziet zichzelf als een nieuwe Bijbel, in de traditie van de Bijbel, maar met een gezag die dat van de Bijbel overstijgt.
6. Een pad van verlichting
Hoewel de Cursus in de religieuze traditie van het Westen geworteld is, heeft hij ook veel gemeen meet diepgaande vormen van Oosterse spiritualiteit. De religies uit het Oosten sijpelen al meer dan een eeuw onze cultuur binnen, en daarom zijn de meesten van ons wel bekend met ten minste enkele basala thema’s daarvan.
In het Westen is het klassieke patroon voor de geboorte van een religieuze traditie dat God door een gekozen boodschapper heen heeft gesproken. In het Oosten echter is het klassieke patroon heel anders. Voor zover mij bekend is het patroon als volgt: iemand is door de sluier van maya heengedrongen en heeft voorbij de illusoire verschijningen van de wereld gekeken, heeft de slaap van de mensheid van zich afgeschud en is tot de waarheid ontwaakt. Zo iemand is van de menselijke hoedanigheid verlost. Nu kan hij anderen de weg daaruit onderwijzen. Er komen volgelingen naar hem toe en hij leert hun zijn weg, zijn pad van verlichting. Deze weg behelst onderricht alsook beoefening. Het onderricht hervormt de visie van de volgeling op de wereld en legt hem uit dat de oorzaken van zijn lijden in zijn persoonlijk ego liggen, en dat verlossing uit het lijden in het bewustworden ligt van zijn ware aard. De beoefening bestaat uit gedisciplineerde geestestraining, met name in de meditatiekunst, wat hem in staat zal stellen zich van de zintuigelijke wereld te onthechten en zich te identificeren met wie hij werkelijk is. Het onderricht en de beoefening zijn ontworpen om de aspirant uit de illusie te bevrijden en hem de verlichting in te leiden – in dezelfde staat die zijn leraar bereikt heeft.
Zonder twijfel volgt de Cursus dit patroon. Elke zin in bovenstaande beschrijving zou je daarop toe kunnen passen. Hoe wonderlijk eigenlijk dat zijn auteur, die zo op een verlichte Oosterse meester lijkt, eveneens beweert Jezus Christus te zijn, de persoonlijke verlosser van het Westen.
7. Een filosofisch ideeënsysteem
Het is een bekend gegeven dat filosofie moeilijk te definiëren is. Voordat ik ermee instemde dat ik geroepen was om een Courseleraar te worden wilde ik graag filosoof worden, en nog steeds lukt het mij niet om een goede definitie te geven wat filosofie nou eigenlijk is. Daarom heb ik deze uit de Encyclopedia Brittanica gehaald: ‘De rationele, methodische en systematische beschouwing van die onderwerpen die van het grootste belang zijn voor de mens.’ Filosofie maakt gebruik van een reflectief, meditatief proces van logica, redenering en bespiegeling (in tegenstelling tot een natuurwetenschappelijk proces dat op empirisch bewijs gebaseerd is) om antwoorden te vinden op de grote vragen: wat is in ultieme zin werkelijk (de tak van filosofie die bekend staat als metafysica)? Wat zijn onze ware verantwoordelijkheden met betrekking tot onze medemens (de ethische tak)? Wat is kennis en hoe kunnen we iets kennen (de epistemologische tak)? Hoe kunnen we een wijs en goed leven leiden?
Op deze manier gedefinieerd, is de Cursus zeker een filosofisch systeem. Hij maakt overvloedig gebruik van de logica om een omvangrijk ideeënsysteem te onderbouwen. Dit systeem geeft antwoorden op de diepzinnigste levensvraagstukken met inbegrip van antwoorden binnen de traditionele filosofische gebieden van de metafysica, ethiek en epistemologie. Het berust op een visie van datgene wat werkelijk waar is (metafysica) en zegt dat alleen vormloze, vereende geest waar is en dat tijd, ruimte, vorm en verandering illusies zijn. De Cursus gaat uitvoerig in op onze verantwoordelijkheid ten opzichte van anderen (ethiek) die aan hun uiterlijke verschijning als zondaren voorbij moet zien om hun zo vergeving te schenken en om onze eenheid met hen te erkennen. Hij leert dat wij alleen dan iets werkelijk kennen wanneer we ons er volledig mee verenigd hebben om zo het onderscheid tussen onszelf en de ander weg te vagen. Kennis kan men daarom niet meest zichtbare verwerven in het rijk van de waarneming, het rijk van subject en object.
Hoewel de Cursus diep filosofisch is, is hij het absoluut niet eens met datgene waarmee de filosofie zich gewoonlijk bezig houdt. Hij beschouwt intellectuele prestaties als trucs om het ego op te blazen (V-In.3:6-7). Hij ziet in de eindeloze redeneringen, controverses en ingewikkelde definities van de filosofie een vernuftige verdediging tegen de waarheid, aangezien dit proces nooit werkelijk uitkomt bij de waarheid die het pretendeert te zoeken (zie WdI.66.3). De Cursus is eenvoudig niet geïnteresseerd in intellectuele doeleinden uit eigen belang. Hij is geïnteresseerd in slechts die waarheden die ons naar een ervaring van de waarheid kunnen leiden. In de beschrijving van zichzelf staat er daarom onomwonden: ‘Dit is geen cursus in filosofische bespiegelingen’ (V-In.l: 1).
8. Een literair kunstwerk
Voor een intellectueel systeem is de leer van de Cursus in een ongebruikelijke vorm onder woorden gebracht. In plaats van opgebouwd te zijn uit droge, technische termen is zijn systeem opgebouwd uit karakters (God, het ego, de Heilige Geest jij) die op elkaar inwerken en zich bewegen door plaatsen (Hemel, de wereld, het grensgebied, de Hemelpoort) en gebeurtenissen ondergaan (de afscheiding, de Tweede Komst, het Laatste Oordeel, de laatste stap). Dit intellectuele systeem lijkt daarom wel wat op een episch verhaal.‘
Dit brengt ons naar nog een andere categorie waar we de Cursus in kunnen plaatsen. Zoals Greg Mackie elders heeft bepleit (zie zijn artikel Appreciating the Masterpiece, Part 1 op de website van the Circle of Atonement) is de Cursus een groot kunstwerk. Ik kan het niet beter verwoorden dan hij dat deed in de volgende alinea:
‘Zoals Ken Wapnick al heeft aangegeven, is de Cursus eerder symfonisch dan lineair geschreven: hij leidt thema’s in, werkt ze uit, legt ze terzijde, brengt ze vervolgens samen en verdiept hun onderlinge samenhang ongeveer zoals dat in een symfonie gebeurt. De Cursus is eerder poëtisch dan eenvoudig van zinsbouw: grote delen zijn in jambische pentameters geschreven en zelfs die delen die niet in dit metrum geschreven zijn, hebben poëtische kwaliteit en vertonen soms alliteratie en rijm. In plaats van rechtlijnige taal beweegt de Cursus zich vaak naar de literaire taal van de vergelijking, het metafoor, het symbool, de personificatie, de beeldspraak en de zinspeling. En in plaats van zijn termen zorgvuldig te omschrijven bedient de Cursus zich vaak van termen die eerder suggestief dan expliciet zijn, net zoals in veel literatuur en poëzie. Termen worden zelden nauwkeurig omschreven maar hebben eerder rekbare betekenissen die afhangen van de context. Al deze technieken verhogen de diepzinnigheid; ze onthullen diepere lagen van betekenis en schoonheid, bevrijden woorden van de beperkingen van strakke definities en maken ze toegankelijk voor meer diepgaande connotaties en verbanden.’
Greg wijst er verder op dat de Cursus technieken uit de kunst gebruikt omdat hij de bedoeling van kunst deelt. Net als in kunst is het zijn bedoeling om ons gevoel te raken en ons een nieuwe manier van zien binnen te leiden. Want hij beschouwt de beweging van onze ,geest naar een nieuwe waarneming als de essentie van het verlossingsproces.
9. Een handboek dat leert hoe men anderen kan helen, relaties kan helen en de wereld kan verlossen
De Cursus is zeer sterk gericht op relaties. Nog nooit heb ik een spiritueel pad gezien (en zeker geen dat de wereld als een illusie beschouwt en dat uit is op een mystieke hereniging voorbij deze wereld) dat zoveel nadruk legt op menselijke relaties. In zijn optiek is het belangrijkste in ons leven misschien wel de kwaliteit van wat wij van onszelf aan anderen doorgeven. Hierop berust onze verlossing uit pijn en ons ontwaken tot God.
De Cursus schoolt ons daarom voortdurend in de manier waarop we licht door kunnen geven aan onze broeders. De kern van zijn leer, vergeving, is niet enkel een remedie voor onze eigen geest hoewel die dat ook is. Onze vergeving geneest anderen ook. Ze spreekt hen vrij van wat zij denken dat ze ons aangedaan hebben, wat de geheime oorzaak was van hun pijn. Ze kan zelfs hun lichaam genezen omdat, volgens de Cursus, ziekte de uiterlijke manifestatie van verdrongen schuld is. Vergeving heelt ook relaties en maakt de weg vrij naar ware vereniging. Ze verzoent omdat de muren die ons scheiden gebouwd zijn met de stenen van wrok. Vergeving kan zelfs de wereld verlossen want wat anders houdt onze wereld in ellende gebonden dan eeuwenoude haat over en weer?
De doelen van de Cursus reiken daarom veel verder dan de individuele student van de Cursus. De individuele student van de Cursus is echter wel de middelaar van deze verder reikende doelen. Zo beoogt de Cursus zijn studenten in wonderdoeners te transformeren, verlossers van de wereld, wier vergeving zo groot is dat ze allen veranderen die ermee in contact komen. De titel Een Cursus in Wonderen betekent eigenlijk in de eerste plaats ‘een cursus in de manier waarop men wonderen aan anderen kan doorgeven’. Het woord ‘wonder’ in de Cursus verwijst voornamelijk naar iets wat zich tussen mensen voltrekt, een genezing die zich van mijn geest uitbreidt naar de jouwe. Vandaar dat Een Cursus in Wonderen werkelijk een cursus is die leert hoe men anderen kan genezen, relaties kan helen en de wereld kan verlossen.
Dit hoort echter geen verrassing te zijn want dit was de onmiddellijke behoefte die de Cursus is komen vervullen. Hij kwam als het antwoord aan twee mensen die naar ‘een betere manier’ zochten om met anderen om te gaan, een manier die hun met conflicten beladen relaties zou helen, een manier die mensen in staat zou stellen om, eenvoudig gezegd, goed met elkaar op te schieten.
Het overdenken van de categorieën
Ik denk dat we minimaal deze negen categorieën nodig hebben om recht te doen aan de vraag wat de Cursus is. Wat is Een Cursus in Wonderen? Het is:
1. Een doorgegeven spirituele leer
2. Een moderne educatieve cursus
3. Een openbare boodschap van Jezus
4. Een psychologisch systeem, zowel theoretisch als therapeutisch
5. Een geïnspireerd heilig geschrift, in de religieuze traditie van de Bijbel
6. Een pad van verlichting
7. Een filosofisch ideeënsysteem
8. Een literair kunstwerk
9. Een handboek dat leert hoe men anderen kan helen, relaties kan helen en de wereld kan verlossen
Als ik deze negen categorieën overdenk, geloof ik dat het me eindelijk gelukt is om te beschrijven wat de Cursus is. Talloze keren heb ik geprobeerd om de Cursus te beschrijven en heb me steeds gefrustreerd gevoeld. Deze beschrijving is verreweg het meest compleet en het meest bevredigend.
Er komt iets anders in mij op wanneer ik deze categorieën overdenk: een gevoel van betovering, van verwondering. Hoe is het mogelijk dat één ding tot al deze negen categorieën behoort? Hoe is het mogelijk dat één boek dit allemaal kan zijn? Onze geest raakt altijd zeer gefascineerd wanneer iets oude vormen doorbreekt en nieuw terrein blootlegt. Dit draagt het stempel van genialiteit. Het is de definitie van ware scheppingskracht. Maar hoe is het mogelijk dat één ding zoveel vormen doorbreekt? Om er een idee van te krijgen hoeveel er doorbroken zijn, kun je een van de categorieën nemen en deze Categorie A noemen, waarna je de rest van de lijst naloopt. Bekijk ieder punt en vraag jezelf dan af:’Hoe vaak gaat Categorie A samen met deze andere categorie?’ Laten we dit bijvoorbeeld eens doen met de tweede categorie, ‘een moderne educatieve cursus’:
1. Hoe vaak zijn moderne educatieve cursussen tevens doorgegeven spirituele leringen? Voor zover mij bekend, nooit.
2. Hoe vaak zijn moderne educatieve cursussen tevens openbare boodschappen afkomstig van Jezus? Voor zover mij bekend, nooit.
3. Hoe vaak bespreken moderne educatieve cursussen tevens psychologische systemen? Voor zover mij bekend, soms.
4. Hoe vaak zijn moderne educatieve cursussen tevens geïnspireerde heilige geschriften? Voor zover mij bekend, nooit.
5. Hoe vaak is een moderne educatieve cursus tevens een pad van verlichting afkomstig van een verlichte meester? Voor zover mij bekend, nooit.
6. Hoe vaak bespreken moderne educatieve cursussen tevens filosofische systemen? Voor zover mij bekend, soms.
7. Hoe vaak zijn moderne educatieve cursussen tevens literaire kunstwerken? Voor zover mij bekend, nooit.
8. Hoe vaak zijn moderne educatieve cursussen tevens handboeken die leren hoe men anderen kan genezen, relaties helen en de wereld verlossen? Voor zover mij bekend, nooit.
Met slechts deze ene categorie heeft de Cursus vervolgens zes vormen doorbroken. Wanneer je dan ziet dat je met de acht categorieën hetzelfde resultaat krijgt, zal jouw geest waarschijnlijk iets van de verwondering voelen die ik voel: ‘Hoe is dit in hemelsnaam mogelijk?’
De categorieën die we van onze cultuur meekrijgen zijn voor ons aanvankelijk nuttige mappen die ervoor zorgen dat we kunnen classificeren wat we zien en ons in staat stellen nieuwe dingen te begrijpen. Ze zijn echter ook een valkuil. We nemen ze klakkeloos aan en we beginnen daarbinnen te functioneren. Het is maar zelden dat we de samenstelling, noch de grenzen daaromheen in twijfel trekken. Die grenzen worden tenslotte de muren van onze gevangenis. Het komt nooit bij ons op dat we uit deze celletjes kunnen stappen.
De auteur van de Cursus heeft onze categorieën op een totaal andere manier benaderd. Gewillig is hij vele daarvan binnengegaan. Hij heeft zijn Cursus naar het patroon van een educatieve cursus gemodelleerd. Hij heeft zijn boek in de religieuze traditie van de Bijbel geplaatst. Hij heeft een filosofisch systeem geformuleerd. Hij heeft een psychologisch systeem ontworpen, etc.
Dit kan iemand er in eerste instantie toe brengen te veronderstellen dat hij het vanzelfsprekend met deze categorieën eens is.
Deze veronderstelling wordt echter snel verdreven. Hij mag dan wel het model van een educatieve cursus hanteren, maar heeft tevens felle kritiek op ons gebruikelijke onderwijs. Hij mag zijn boek dan wel op de leest van de religieuze traditie van de Bijbel schoeien en bijbelse termen gebruiken, maar hij brengt ook ingrijpende correcties aan in bijbelpassages, bijbelse concepten en in de gehele bijbelse traditie. Hij mag dan wel een filosofisch systeem geformuleerd hebben, maar hij doet tevens vernietigende uitspraken over de gebruikelijke methoden, doelen en resultaten in de filosofie. Hij mag dan wel zijn eigen psychologische systeem ontworpen hebben, maar hij beweert tevens dat de psychologie als geheel beheerst wordt door onze voornaamste psychologische ziekte: het ego.
Met andere woorden, telkens wanneer hij een van onze categorieën binnengaat, construeert hij deze. opnieuw. Hij gooit de oude samenstelling eruit en, het allerbelangrijkste, breekt de muren uit. Het gevolg hiervan is dat haar celletje verbonden wordt met andere cellen die voor altijd afgebakend leken te zijn. Een educatieve cursus wordt een spiritueel pad van verlichting. Een geïnspireerd heilig geschrift wordt een systematisch filosofisch werk. Een psychologisch systeem wordt een artistiek meesterwerk. Negen kleine cellen worden één grote, luchtige ruimte.
Hoe is dit mogelijk? Mijn enige verklaring is dat de Cursus van een geest kwam die veel groter is dan de onze, een geest die al onze kleine, aparte categorieën overstijgt, een geest die het leven niet opdeelt in de kleine, afgebakende hokjes die wij hebben. In plaats daarvan ziet deze geest een veel weidser panorama, vol verbindingslijnen en raakvlakken, met riviertjes die dwars door onze erfafscheidingen stromen.
Kortom, deze geest lijkt precies te zijn wat de Cursus suggereert over de geest van zijn auteur: een onbegrensde geest.
Maar ook al overstijgt de geest van de auteur onze categorieën, hij is volkomen gewillig om daarbinnen tewerk te gaan om ons te bereiken. Het zijn niet zijn categorieën. Hij leeft daar niet binnen en trekt zich van hun omheiningen niets aan. Maar zoals ik aan het begin van dit artikel zei, weet hij dat vertrouwde categorieën nuttige instrumenten zijn om de menselijke geest te bereiken. En daarom, ook al zijn het niet zijn categorieën, gebruikt hij ze als een middel om onze geesten te bereiken.
En als hij ze gebruikt, is hij daar een meester in. Ook al heeft hij geen hoge pet op van de cultuur van de mens, hij is een meester in het gebruik van haar vormen. Voor zover ik het kan beoordelen is alles wat hij ter hand neemt meesterlijk. Zijn logica is feilloos. Zijn kunstenaarstalent is adembenemend. Zijn psychologische opmerkingen zijn treffend. Zijn praktische instructie werkt. Alles wat hij maakt draagt het stempel van zijn meesterschap.
Terwijl ik dit alles overdenk, denk ik natuurlijk aan God. Zo stel ik me voor dat God zou zijn als Hij Zichzelf in onze wereld zou laten zien (wat hij, volgens de Cursus, door de Heilige Geest en Jezus doet). Zijn geest moet wel de kleine, afgebakende hokjes overstijgen die we door onze cultuur in ons brein gevormd hebben. Hij zou nooit in onze piepkleine hokjes passen. Hij maakt echter graag gebruik van onze hokjes, onze cultuurvormen, als Hij ons hierdoor kan bereiken op een manier die wij begrijpen. Als God zou Hij natuurlijk een meester zijn in het gebruik van deze vormen. Maar als Hij hun meester was zou Hij ze echter zeer creatief hervormen om ze aan Zijn doeleinden te laten voldoen. En Hij zou dit allemaal doen eenvoudigweg omdat Hij ons zou willen bereiken om ‘ons door de duisternis heen te kussen’ zoals een dichter ooit zei. Een Cursus in Wonderen is naar mijn mening een voorbeeld waarin hij precies dat doet.