Een beknopte samenvatting van Een Cursus in Wonderen
door Robert Perry
Ons thuis is de werkelijkheid, de Hemel, het Koninkrijk Gods, een geestelijke sfeer van pure eenheid en grenzeloze vreugde die onschendbaar is. Wij probeerden de werkelijkheid aan te vallen, ons ervan af te scheiden om zo een aparte identiteit – het ego – en de wereld van tijd en ruimte te maken. Maar de afscheiding gebeurde alleen maar in onze geest; in werkelijkheid gebeurde ze helemaal niet.
Toch geloofden we dat we dit echt gedaan hadden. We dachten gezondigd te hebben en daarom ons geluk voor altijd kwijt te zijn. Toen projecteerden we de oorzaak van ons lijden op de wereld, en maakten zo de illusie dat de wereld tegen ons gezondigd had en ons beroofd had van ons geluk. Onze oplossing: verander de wereld, overtuig haar van haar misdaad en pak terug wat ze van ons gestolen heeft. Onze “oplossing” echter is een aanval en herhaalt zo het oorspronkelijke probleem.
We zijn het contact met de werkelijkheid kwijtgeraakt en hebben daarom de hulp van de Heilige Geest nodig om onze geestelijke gezondheid te laten herstellen. De boodschap van de Heilige Geest is dat we nooit gezondigd, noch onszelf veranderd hebben. We moeten alleen van geest hierover veranderen. Om onze waarneming te veranderen moeten we alleen maar onze illusies tot Zijn waarheid brengen. Zijn oplossing: Vergeef de wereld voor dat wat ze niet deed. Het uitbreiden van vergeving naar anderen openbaart ons dat ook wij al vergeven zijn. Dit wordt onze enige functie. Vergeving heft ook de blokkades op die ons van anderen afscheiden, en zij laat de ervaring toe van het feit dat we een zijn.
Met vergeving als ons gereedschap en de Heilige Geest als onze Gids gaan we op reis met als doel de ware waarneming. Als we samen met de gehele wereld de ware waarneming bereikt hebben zal God Zelf de laatste stap zetten en ons meenemen naar huis.
1. Ons thuis is de werkelijkheid, de Hemel, het Koninkrijk Gods, een geestelijke sfeer van pure eenheid en grenzeloze vreugde die onschendbaar is.
De werkelijkheid is een bovenzinnelijk gebied van grenzeloze, vormloze en verenigde geest, zonder tijd, ruimte, lichamen of verandering. Het is de ultieme perfectie, een sfeer van grenzeloze liefde, eindeloze gelukzaligheid en eeuwige vrede, vrij van enig spoortje van opoffering, lijden of dood. In deze sfeer zijn we God’s Zoon, een stralende uitbreiding van Zijn Liefde. En wij op onze beurt breiden deze Liefde uit, stralen haar uit tot het oneindige en laten Zijn eindeloze Koninkrijk voortdurend groeien. Dit is ons thuis, want hier horen wij en zijn voor eeuwig in vrede. Dit is de werkelijkheid, de enige werkelijkheid. Zij is zonder tegenstelling en kan daarom nooit aangevallen worden, nooit veranderd of geschaad.
2. Wij probeerden de werkelijkheid aan te vallen, ons ervan af te scheiden om zo een aparte identiteit – het ego – en de wereld van tijd en ruimte te maken.
Vanuit ons verlangen om bijzonder te zijn en zelf de Schepper te zijn in plaats van het geschapene besloten wij, onze Schepper af te wijzen en Zijn Koninkrijk te verlaten. We besloten ons los te scheuren uit de staat van eenheid en om afgescheiden en onafhankelijke wezens te worden; zelfstandige eilanden, los van Alles. Gebaseerd op dit idee van een afgescheiden identiteit, het ego genaamd, hebben onze geesten een heel universum van afzondering en verandering, van tijd en ruimte geprojecteerd, waarin elk van ons een minuscule geest is die een kort en onzeker leven leidt in een kwetsbaar lichaam. Deze wereld werd ons bewijs dat de afscheiding een objectieve werkelijkheid was.
3. Maar de afscheiding gebeurde alleen maar in onze geest; in werkelijkheid gebeurde ze helemaal niet.
En toch hebben we geen macht om de werkelijkheid te veranderen, want de werkelijkheid kan niet veranderen. En daarom is de afscheiding niet werkelijk gebeurd; zij gebeurde alleen maar in onze geest. Zij was enkel een psychologisch fenomeen. We hebben ons niet werkelijk afgescheiden, we hebben ons allen maar los gedacht. Temidden van de Hemel werden onze geesten krankzinnig en verdiepten zich steeds meer in zichzelf, in hun eigen afzonderlijke fantasiewerelden. We vielen in slaap en begonnen over een identiteit te dromen die we niet hadden in een wereld die nooit kon zijn. Zo zijn onze persoonlijke “identiteit”, de fysieke wereld en alle beperkte, behoeftige, afgezonderde en pijnlijke dingen illusies, leeg en zonder werkelijke substantie. Doch al die tijd hebben we thuis in God vertoefd precies zoals we altijd waren: zuiver, volmaakt, onschuldig en een met al wat is.
4. Toch geloofden we dat we dit echt gedaan hadden. We dachten gezondigd te hebben en daarom ons geluk voor altijd kwijt te zijn.
We geloofden dat we ons inderdaad afgescheiden hadden. Als gevolg daarvan dachten wij dat we ons van God’s Liefde afgesneden hadden en het zonder Zijn goedheid, gezelschap, heelheid en veiligheid moesten stellen. We dachten dat we gezondigd hadden tegen God, dat we onszelf onuitsprekelijk schuldig gemaakt hadden en eeuwige straf verdienden. We dachten dat we van God’s Zoon een duivel gemaakt hadden. Eenzaamheid, schuld en angst werden de hoekstenen van ons bestaan. Onze aanval op God was dus in werkelijkheid een aanval op onszelf, op onze eigen geestestoestand. Het was de enige reden voor al ons lijden.
5. Toen projecteerden we de oorzaak van ons lijden op de wereld, en maakten zo de illusie dat de wereld tegen ons gezondigd had en ons beroofd had van ons geluk.
Aangezien de wereld onze droom was deed zij precies waar wij om vroegen en weerspiegelde onze innerlijke keuzen. We hadden voor afgescheidenheid gekozen, en dus bleef de wereld zelf ook op afstand en onthield ons haar gaven. We hadden “gezondigd” en waren schuldig, en zo nam de wereld de rol van gevangenbewaarder op zich en presenteerde ons voortdurend de straf voor onze zonden. Maar wij ontkenden onze rol als veroorzaker van dit alles en stopten het weg in het onderbewuste. En toen projecteerden we deze rol naar buiten op de wereld zodat het erop leek dat de wereld onze oorzaak was en wij haar gevolg. Nu leek het of ons lijden, onze zelfaanval, van de wereld buiten ons kwam. De wereld omringde ons met vijanden die het op onze vernietiging hadden gemunt, met dieven die ons van onze vrede en veiligheid beroofden. De wereld hield ons geluk in haar handen, maar weigerde hardnekkig om ons ons rechtmatige bezit te geven, zelfs toen we ervoor betaalden. Nu zagen we duidelijk dat niet wij ons geboorterecht weggegooid hadden, de wereld had het van ons gestolen, tijdens een lange geschiedenis van oneerlijke behandeling. Het was het verleden dat ons verwondde en beroofde, en zo koesterden we intense gevoelens van bitterheid omtrent het verleden. En we zijn bang voor een toekomst waarvan we verwachten dat ze meer van hetzelfde zal zijn.
6. Onze oplossing: verander de wereld, overtuig haar van haar misdaad en pak terug wat ze van ons gestolen heeft.
Omdat de uiterlijke wereld het probleem is lijkt het duidelijk dat het geluk erin bestaat om haar te veranderen, om haar aanvallen tegen te houden, haar tegen ons proberen te laten lachen en ons dat te geven wat we verdienen. Zo wijden we ons hele leven eraan om haar voortdurend veranderende omstandigheden en onvoorspelbaarheid te beheersen. Maar onze echte reden waarom we dit doen is, om genoegdoening voor het verleden te krijgen. We geloven dat in het verleden de wereld onze onschuld, liefde en veiligheid gestolen heeft. Ons doel is nu om haar misdaad te bewijzen. Als we de wereld maar overtuigend genoeg verantwoordelijk kunnen stellen, genoeg bewijzen van onze verwondingen laten zien en aan kunnen tonen hoe waardig we zijn en hoeveel we gegeven hebben, dan zal de wereld eindelijk gedwongen zijn toe te geven dat ze ons onrechtvaardig behandeld heeft en ons terug willen betalen. Uiteindelijk zal de wereld moeten toegeven dat wij de onschuldigen zijn. Ze zal erkennen hoe bijzonder en verdienstelijk we werkelijk zijn. En voor onze eigen narigheid zal ze ons een leven lang voorzien van afgoden: status, geld, zekerheid en bezittingen. Om ons bij deze zoektocht te helpen huren we bepaalde speciale personen in. Door met gulle hand bijzondere gaven aan hen te schenken betalen we hen om voor ons advocaat te spelen en voor onze zaak te pleiten, om getuige te spelen en te bewijzen hoe onrechtvaardig we behandeld werden, om verdediger te spelen en aan ons de liefde te geven die het verleden ons onthield. Door middel van hen proberen we het verleden opnieuw op te voeren, maar deze keer met een andere uitkomst. Als we maar met hun hulp deze slag tegen de wereld kunnen winnen, kunnen we het kostbare geboorterecht opnieuw opeisen dat we zo betreurenswaardig kwijtraakten. Of zoals we denken.
7. Onze “oplossing” echter is een aanval en herhaalt zo het oorspronkelijke probleem.
Toch onze veronderstelde oplossing – deze campagne om de wereld de schuld te geven en van haar te nemen wat we willen – is een aanval. En als zodanig werkt zij nooit. Zij herhaalt alleenmaar de oorspronkelijke aanval op God en Zijn Koninkrijk, de oorzaak van ons lijden. Zodoende brengt hij meer lijden, meer zelfaanval. Met elke aanval op de wereld vergroten wij onze verborgen voorraad van sluimerende schuld, die wederom onze angst voor straf laat groeien. Deze angst brengt ons vervolgens ertoe om ons in afgescheidenheid terug te trekken, weg van het verbeelde gevaar, en verleidt ons ertoe om in “gerechtvaardigde” zelfverdediging aan te vallen. En omdat afscheiding en aanval datgene was waarmee alles begon, start de cirkel gewoon opnieuw, en herhaalt zich alsmaar weer en weer. Onze “oplossing” voor het verleden herhaalt alleen maar het verleden. En dat is het punt, want het enige doel van ons ego is om de afscheiding in stand te houden, en daarmee ook alle schuld en angst die erin besloten is. Er lijkt geen uitweg te bestaan.
8. We zijn het contact met de werkelijkheid kwijtgeraakt en hebben daarom de hulp van de Heilige Geest nodig om onze geestelijke gezondheid te laten herstellen.
In het licht van onze ware werkelijkheid zouden we zien dat onze problemen niets zijn, alleen maar verzinsels van onze verbeelding. Maar we hebben het contact met de werkelijkheid verloren. We zijn krankzinnig. Overgelaten aan onze eigen kunstgrepen zouden we juist het probleem continu alsmaar herhalen en hopen op een andere uitkomst. Daarom heeft God een uitbreiding van Zichzelf geschapen, de Heilige Geest, en Hem in onze dromende geest gestuurd om onze nachtmerries te helen. Hij is de brug die terugkeer mogelijk maakt, het grote principe van correctie, want Hij neemt enerzijds onze illusies waar en kent toch de werkelijkheid. Daarom kan Hij ons ertoe leiden om onze illusies in het licht van de werkelijkheid te bekijken, wat ze onthuld als zijnde niets. Hij kan onze geesten tot gezondheid leiden. Jezus volgde de Heilige Geest zo volledig dat hij Zijn manifestatie werd. Hij is zowel ons voorbeeld als ons model dat we volgen, een innerlijke leraar, een uitbreiding van de Heilige Geest in onze geesten.
9. De boodschap van de Heilige Geest is dat we nooit gezondigd noch onszelf veranderd hebben. We moeten alleen van geest hierover veranderen.
De boodschap van de Heilige Geest is dat de afscheiding nooit gebeurd is. We hebben nooit de verschrikkelijke misdaad begaan, waarvan we dachten dat we ze wel gedaan hadden. We hebben de Hemel nooit ontheiligd noch onze ware Identiteit ontwijd. Het gebeurde alleen maar in onze dromen. Daarom is de Hemel nog steeds ons thuis en is God’s Liefde nog steeds ons heilig goed. Om dit goed op te eisen hoeven wij de wereld niet te veranderen, onze zielen niet te louteren of te perfectioneren, God niet wel te gevallen of te sussen, geen verdienstelijke opofferingen te brengen noch voor onze zonden te betalen. We hoeven helemaal niets te doen, alleen maar ongedaan te maken, enkel de blokkades op te heffen om dat te weten wat reeds waar is. We hoeven alleen maar onze geest te veranderen, want het probleem is slechts in onze geest. De volledige bevrijding wordt ons op dit ogenblik en op elk ogenblik aangeboden, enkel om haar te accepteren. Aangezien we nooit weg zijn gegaan kunnen we op welk ogenblik ook “terugkeren”.
10. Om onze waarneming te veranderen moeten we alleen maar onze illusies tot Zijn waarheid brengen.
Onze geest veranderen betekent de wereld anders waarnemen. We doen dit door ons eerst te realiseren dat datgene wat we in de wereld waarnemen niet de werkelijkheid is maar onze interpretatie, de projectie van onze verborgen overtuigingen. Vervolgens brengen we deze duistere geloofsovertuigingen volledig in het licht, we stellen ze bloot aan het licht van ons bewustzijn en aan het licht van de Heilige Geest. In dit licht zullen we ons realiseren dat onze overtuigingen, en niet de wereld, onze pijn veroorzaakt heeft. En we zullen ook beseffen dat onze geloofsovertuigingen niet waar zijn, dat ze zinloze illusies zijn en dat we niet weten wat waar is. Door deze inzichten zal onze keuze heel natuurlijk zijn: we zullen de illusies loslaten en de waarheid uitnodigen. En in een heilig ogenblik zal Zijn licht komen en onze duisternis wegschijnen, zal Hij in onze geest nieuwe overtuigingen en nieuwe waarnemingen plaatsen. We zullen het wonder ervaren, de heling van onze gedachtenpatronen. Dit hele proces is er enkel een dat onze duistere illusies tot Zijn stralende waarheid brengt, waar de uitkomst onvermijdelijk is: illusies zullen verdwijnen en enkel waarheid blijft.
11. Zijn oplossing: Vergeef de wereld voor dat wat ze niet deed.
Vergeven is het loslaten van illusies, want alle illusies zijn illusies van voorbije zonden. Ware vergeving betekent niet dat we toestaan dat iemand die tegen ons gezondigd heeft zijn verdiende straf ontloopt. Het is een verandering van onze waarneming, waarbij we beseffen dat we niet werkelijk aangevallen of gekwetst werden. In plaats daarvan zien we dat er geen zonde begaan werd en geen straf gerechtvaardigd is. Het is de bevestiging dat de afscheiding nooit gebeurd is; dat we – zijnde onveranderlijk – ook onkwetsbaar zijn, en dat de zogenaamde “zondaar” in werkelijkheid net zo zuiver en heilig is als God hem geschapen heeft. Vergeving is het directe tegendeel van de gebruikelijke zoektocht naar geluk door de wereld aan de kaak te stellen en te proberen haar naar onze wensen te schikken. Vergeving erkent dat de weg tot geluk niet betekent de wereld van haar schuld te overtuigen, maar onze waarneming van haar schuld los te laten. Als we onze projecties opgeven verlaten we de tirannie van oude wrok, gaan de vrijheid van het nu binnen en bevrijden zo de toekomst.
12. Het uitbreiden van vergeving naar anderen openbaart ons dat ook wij al vergeven zijn. Dit wordt onze enige functie.
Onze vergeving heelt de geest van anderen, die net als de onze onder een verschrikkelijke schuldenlast gebukt gaat. Maar door het vergeven van anderen wordt ook onze eigen geest geheeld. Want in onze ogen is het zo dat datgene, wat we aan een ander geven, het bewijs levert, wat we zijn en wat we verdienen. Toen we aanval weggaven werd onze geest daardoor ervan overtuigd dat we schuldig waren en straf verdienden. Maar nu hebben we dit losgelaten en zien in plaats daarvan wonderen van ons uitgaan. Dit is voor ons het bewijs dat de Oorzaak van heling nog steeds binnen in ons is, dat heiligheid nog steeds ongeschonden in ons verblijft, na al wat we dachten gedaan te hebben; en dat we niet pijn verdienen maar liefde en dankbaarheid. Dus door anderen te bevrijden bevrijden we ons zelf. Dit wordt onze enige functie: door onze vergeving heling tot alle geesten te brengen en zo de vergeving voor onszelf te ervaren.
13. Vergeving heft ook de blokkades op die ons van anderen afscheiden, en zij laat de ervaring toe van het feit dat we een zijn.
Onze boosheid en schuld deden het voorkomen dat anderen verschillend van ons waren, dat wij de goeierds waren en zij de slechterikken. Hun belangen leken van de onze afgescheiden te zijn en in strijd ermee. Anderen leken voor altijd op onze kosten geluk te zoeken. Als gevolg daarvan deinsden we in angst voor hen terug in plaats van ons in liefde met hen te verbinden. Vergeving maakt dit alles ongedaan. Zij pelt het monsterachtige masker af dat wij onze broeders hadden opgelegd en onthult hen als mooi en onschuldig. Vergeving laat ons zien dat zij hetzelfde zijn als wij, met dezelfde verlangens, dezelfde waardigheid, dezelfde belangen en hetzelfde doel. Zij laat onze liefde tot hen ontwaken en ons verlangen om ons met hen te verenigen. En als onze geest zich uitbreidt en met hen verbindt ervaren we het feit dat we geen geïsoleerde ego’s zijn; dat we ondanks alles nog steeds deel uitmaken van de universele eenheid.
14. Met vergeving als ons gereedschap en de Heilige Geest als onze Gids gaan we op reis met als doel de ware waarneming.
We reizen onder leiding en met inspiratie van de Heilige Geest, en we volgen Zijn plan in al wat we doen. Hij voorziet ons van een speciale functie, een speciale vorm waarin wij aan de wereld geven, en Hij zorgt voor alles wat wij voor deze functie nodig hebben. Hij geeft ons ook bijzondere relaties, heilige relaties genoemd, waarin beide partners door vergeving wederzijds hun eenheid kunnen ervaren en vervolgens dit eenheidsbesef naar de wereld toe uitbreiden. Als ons vermogen tot vergeving groeit zullen we gaandeweg een nieuwe waarneming binnentreden. Ware waarneming is een nieuwe manier van zien, die we zullen ontdekken als zich nieuwe ogen in ons openen. Deze zienswijze negeert al wat onze fysieke ogen waarnemen. Ze kijkt voorbij lichamen, persoonlijkheden en alle getuigenissen van zonde en schuld in de wereld. Ze neemt in iedereen hetzelfde onzichtbare licht waar, het zuivere licht van heiligheid. Als we in dit vriendelijke licht vertoeven wordt onze vrede en vreugde steeds meer bestendig en onverstoorbaar. De fysieke wereld is niet langer een gevangenis meer voor ons. Haar “wetten”, die ooit zo wreed en angstig leken zullen stralend mooi lijken, vol heiligheid en hoop, het meest heerlijke aangezicht aan deze zijde van de Hemel.
15. Als we samen met de gehele wereld de ware waarneming bereikt hebben zal God Zelf de laatste stap zetten en ons meenemen naar huis.
Ware waarneming is het doel van de Heilige Geest voor ons. Het is een geestestoestand waarin zich geen blokkades tegen de hemelse staat bevinden maar die juist het ontwaken tot de Hemel mogelijk maakt. Er komt een dag dat de gehele wereld, met onze hulp, deze volmaakte staat bereikt heeft. Angst, boosheid, ziekte en dood zullen dan niet langer meer bestaan. Niets behalve uitbundige vreugde en lachen zal de wereld regeren. Alle handen zullen verenigd zijn in vreugdevolle verwachting van het eeuwige. Want we zullen uiteindelijk geleerd hebben dat niets behalve de eeuwigheid ooit bestond. Dan zal de wereld die we gemaakt hebben – samen met alle lichamen, veranderingen, tijd en ruimte – eenvoudig verdwijnen zonder een spoor na te laten. En God Zelf zal omlaag reiken en de laatste stap nemen door alle geesten als een te laten ontwaken van hun schijnbaar eeuwenoude slaap. We zullen onze ogen in de Hemel openen en beseffen dat we nooit weg zijn geweest, dat we alleen maar voor een ogenblik gedroomd hebben. En we zullen thuis zijn, daar waar God wil dat we zijn.